|
||||||||||
|
||||||||||
|
||||
1e rij: Wapen en naam van Johannes van Gilst – predikant tot Zevenhuyzen; daaronder 1707.
2e rij: Een schild met, in plaats van een wapen, het volgende vers: Dat ik was en is niet meer. Dat ik soek is al te veer. Moghtans word mijn dier bevoolen. Om wel te soecken en niet te Doolen. ervarentheyt leert overvloet, dat swaarste, ’t meeste wegen moet.
Daaronder de naam van Maarten Cornelis van - Rheenen, ouderlingh. Nevens het zoo even genoemde schild met vers, een ander schild met wapen en naam van Jacob Teunisz Vermeulen, ouderlingh.
Regts en links van deze schilden, een tot onder aan het groote tafereel nederhangende vruchten- en bloemslinger.
3e rij: De wapens en namen van Ary Claase Ruyter – Diaken; en van Cornelis Abramz – Verel, diaken.
4e rij: Een tafereel als op de drie eerste vensters, in kleuren, Elias en de weduwe te Sarepta, daarboven de aanhaling 1 Regum 17 v. 10. |
||||